Een tuin kan soms het verschil maken in het wel of niet aanwezig zijn van bepaalde plant en diersoorten. Door bijvoorbeeld de aanwezigheid van veel inheemse bloemen trek je veel insecten, deze trekken op hun beurt weer insectenetende vogels. Maak het verschil, creëer een ecoproof tuin.
Insecten, egels en vleermuizen
Wanneer er voldoende vliegende insecten zijn, zullen er ook vleermuizen foerageren. Bij voldoende doodhout en grillige takkenrillen zullen er mogelijk ook egels of zelfs een marterachtigen voorkomen. Kun je nagaan wat er allemaal kan gebeuren als we heel veel tuinen op een verantwoorde manier inrichten. Ecoproof dus.
Uw tuin als natuurgebied
Al deze ecoproof tuinen kunnen dan geschakeld worden en als het ware een groot natuurgebied vormen. Nu zijn er veel diersoorten die je naar de tuin kunt aantrekken. Soms zijn dit kleine ingrepen en soms kunnen dit wat grotere aanpassingen zijn. In deze blog staan een aantal tips wat je kunt doen om vogels naar de tuin te lokken.
Tips om uw tuin ecoproof te maken
- Zorg voor 3 niveaus in hoogtes van groen, denk hierbij aan minstens 1 boom, diverse heesters en veel vaste planten.
- Bij een gemiddelde tuin in een woonwijk hanteren we 70% groen en 30% verharding of halfverharding.
- Denk bij de aanschaf van planten er wel aan dat vogels de voorkeur hebben voor inheemse planten. Deze zijn voor hen vertrouwd en bieden de nodige bessen, noten en natuurlijke schuil en broedgelegenheid.
- Een aantal uitheemse planten kan ook prima, maar let er dan wel op, dat ze vogels iets te bieden hebben.
- Water is een ware magneet voor vogels. Zonder water geen leven en dat geldt zeker ook voor vogels. Maak een klein vijvertje met ondiepe oevers zodat vogels kunnen drinken en badderen. Heeft u daar geen ruimte voor? Een waterschaal kan ook heel goed. Het belangrijkste is dat het maar aangeboden wordt.
- Maak een smulhaag. Een wat? Jazeker een smulhaag. Dit is een wilde en gemende haag van allemaal inheemse en bes dragende struiken die vogels graag gebruiken om in te nestelen of schuilen. Succes gegarandeerd.
- Bouw eens een takkenril. Dit is een stapel takken die je tussen een paar palen opstapelt. Om wel een werkende te krijgen moet deze het liefste 1 meter breed zijn, 1,50 hoog en minimaal 2 meter lang. Wanneer er dan gevaar dreigt kunnen hier vogels tussen schuilen. Zodra het gevaar geweken is zie je die nieuwsgierige koppies weer tevoorschijn komen. Mussen, roodborstje, winterkoninkje maar ook kool en pimpelmees zijn veel geziene gasten.
- Hang nestkasten op. Er zijn tal van soorten en maten. Voor ieder wat wils. Zo zijn er kasten voor holenbroeders zoals huismussen en mezen. Ook halfholenkasten voor merel, roodborst en winterkoninkje. Let goed op waar je ze ophangt. Met de opening richting oost of noord is ideaal. Ook is de hoogte belangrijk. Zo is een mezenkast op 2 meter prima, maar een mussenkast toch liever een stuk hoger. Er mogen ook geen takken bij de opening hangen omdat dit weer rovende vogels aantrekt.
- Denk bij het renoveren van een tuin goed na of die boom nu echt weg moet, of dat die oude fruitboom juist heel waardevol is voor de vogels. Moet er nu echt zo een houten schutting komen? Of mag het ook een mooie haag worden?
- De makkelijkste manier om vogels naar de tuin lokken is toch wel voeren! Tegenwoordig is vogels voeren bijna een sport geworden. Het werkt fantastisch goed, zeker in de winter. Koop wel het juiste voer bij een goede aanbieder en hou er rekening mee dat bijvoeren als een ondersteuning moet dienen. Alles met mate zeg maar.
- Als laatste tip die misschien wel het meest waardevol is voor de vogels. Maak die tuin niet te netjes. Laat dat blad vooral in de borders liggen en voer dat snoeihout niet af, maar maak er een takkenril van. Zo boots je de natuur het beste na. Het bos is immers ook niet aangeharkt toch?
